tr?id=1705042142839857&ev=PageView &noscript=1 De koning en de draak - Zero-point
dragon-238931_1920 De koning en de draak - Zero-point

In een land hier ver vandaar woonde een Koning. 
En wat niemand van zijn onderdanen wist is dat achter in de grote paleistuinen van deze Koning een draak huisde die leefde van angst, woede en verdriet. Als de oogsten waren mislukt en de mensen vertwijfeld, dan vloog hij in de nacht over de huizen van de mensen en ademde diep hun nare dromen in. Hij deed zich tegoed aan de angsten en zorgen van de mensen. En ook de tranen van verdriet waren kostbaar voor hem. Nooit werd de draak betrapt. Hij bevond zich in de werkelijkheid achter de werkelijkheid...


Hij was eenvoudigweg niet zichtbaar voor de mensen en vaak genoeg ook niet zichtbaar voor de koning. Alleen als het de draak uitkwam verplaatste hij zich kort even naar de werkelijkheid van de Koning. 

 

Dat deed hij als er niet genoeg ellende en onrust waren, waar hij van smulde. Dan verdichtte hij zijn vorm en spuwde hij de Koning toe: “ik ben het die jou je macht heeft gegeven” “Dus zorg dat ik te eten heb. Ik wil dat jouw volk leeft in angst en vrees, nu!” De draak schreeuwde en hij klonk zelfs een beetje dreigend. De Koning schrok ervan. 

 

En dat was de waarheid. Deze draak behoorde tot de duistere wereld. Waar wezens leven van het duister. Niet van een boterham met pindakaas, maar van pijn, verdriet, angst en wanhoop. Ook de Koning zelf bibberde van angst voor deze draak. Hij spuwde vuur en bedreigde de Koning met regelmaat. Dan keek de koning rond in zijn prachtige paleis met pluchen zetels en bedacht hij: "wat kan ik doen?" Maar zijn angst om zijn macht en rijkdom te verliezen was te groot. 

 

En zo leefden de mensen voor duizenden jaren. Waarbij de Koning over de mensen regeerde met wetten en regels. En waarbij de draak over de Koning regeerde. 

 

En omdat de Koning het zo had bedacht gaven de mensen iedere dag de helft van hun inkomsten weg aan de Koning. In het volste vertrouwen dat dit bij de Koning in goede handen was. De Koning genoot van zijn rijkdom en de pracht en praal. Met de vele dukaten die hem toestroomden, verfraaide hij zijn paleis en kocht hij de mooiste paarden, koetsen, standbeelden en schilderijen. Hij at de meest exquise gerechten die je maar kon bedenken en bouwde luxueuze paleizen in verre exotische oorden. En de prinsen en prinsessen waren blij om in rijkdom te kunnen leven. Ze zwaaiden met een glimlach vanaf het bordes naar de mensen in het land. En ze wisten niet beter.

Af en toe dacht de koning eraan om ook zijn onderdanen tevreden te stellen. Dan knipte hij plechtig een lint door van een nieuw schoolgebouw, of werd de weg die dwars door het land liep van een nieuw laagje keien voorzien. Ja, knikten de mensen, de Koning had het goed met hen voor. 

 

Maar langzaam veranderde er iets in het land. Het ging stapje voor stapje zodat niemand het echt in de gaten had.
De laatste hongersnood was al lang geleden. En er was vrede in het land. De kinderen die geboren werden hadden een glimlach op de lippen. Ze brachten grote vreugde in de gezinnen. Mensen ontwikkelden zachtheid en begrip. Ze leerden luisteren en er werd steeds meer gelachen en gezongen. De mensen keken naar de zon, de sterren, de bloemen en de planten. En ze verwonderden zich over de schoonheid van hun land. Ze raakten de aarde aan en voelden de helende kracht.

 

Ze keken steeds minder voor sturing en leiding op naar hun Koning. Maar luisterden meer en meer naar wat hun hart hen te vertellen had. Ook de Koning was tevreden en sukkelde een beetje in slaap.

 

Tot op een dag de draak in razernij de Koning tot de orde riep: “Waar ben je mee bezig? Jouw onderdanen gedragen zich niet meer zoals ik dat wil. Moet ik soms verhongeren? Ik vlieg in de nacht over het land op zoek naar wanhoop, angst en duister. Maar de spoeling wordt steeds dunner. Dit gaat zo niet langer! Als jij niets doet, dan gooi ik je van je troon” 

 

Oei, dacht de Koning, dit gaat niet goed. De draak heeft gelijk. De mensen kijken steeds minder naar mij om. Ze beginnen steeds meer naar zichzelf te luisteren. Ik had het niet eens in de gaten. Hij trommelde zijn raad van Counsel bij elkaar en ze vergaderden tot diep in de nacht. Uiteindelijk knikten ze elkaar tevreden toe en vastberaden verlieten ze het paleis. Er was actie nodig en wel met spoed. 

Die winter kreeg de grote zwarte tovenaar de opdracht om een speciaal en krachtig mengsel te brouwen. Er werd niet over gesproken en het kwam ook niet in het nieuws. De tovenaar werkte in het geheim en in stilte. Met grote concentratie. En toen hij klaar was keek hij triomfantelijk: zo’n machtig brouwsel had hij nog nooit gemaakt! Met een plechtig gebaar overhandigde hij het donkere flesje aan de Koning. En in het geniep zond de Koning vervolgens zijn gezanten op hun donkere paarden erop uit...

 

Dat voorjaar lieten alle jonge plantjes het kopje hangen. De gewassen op de grote velden wilden niet groeien en de mensen raakten ongerust. Wat was er aan de hand? De Koning toonde begrip voor de zorgen van de bevolking en kondigde maatregelen af. “We zullen allemaal iets minder moeten eten. Dat is geen probleem, want onze voorraden zijn groot genoeg”. Dat is waar, dachten de mensen. Onze voorraden zijn groot genoeg. We zullen iets minder gaan eten. 
 

Maar het jaar daarna wilden de plantjes weer niet groeien. En de mensen werden wanhopig. “Wat moeten we doen?” En ze keken omhoog naar de Koning. “We zullen allemaal iets minder moeten bewegen. Als we stil blijven zitten hebben we minder honger en komen we hier doorheen”. Ja, knikten de mensen: dat is logisch. Als we stil zitten verbruiken we minder energie, doen we langer met onze voorraden en komen we hier doorheen. En de mensen bleven in hun huizen en verroerden zich niet. 

 

De koning was zeer tevreden. En de draak natuurlijk ook, z’n buikje vulde zich met de zorgen, angst en verdriet van de mensen. Hij gaf de Koning zelfs een compliment: dat hebben jullie goed gedaan! Dit stelde de koning gerust en er werden zelfs grapjes gemaakt in de Raad van Counsel “wat een briljant plan!” 

 

En dat was waar. Ze hoefden nauwelijks iets te doen. De angst en ongerustheid bracht mensen ertoe om zelfs hun beste vrienden of familieleden aan te sporen: “Wat doe je? Blijf binnen! Je gebruikt te veel energie”. En ze schudden vol verontwaardiging en onbegrip hun hoofd als mensen zich niet aan de regels hielden. 


Om het vuurtje wat op te stoken stuurde de Raad van Counsel met regelmaat boodschappers het land in om te waarschuwen voor deze dwazen, die de regels van de koning ter discussie durfden te stellen en protesteerden in het land. Dan stuurde de Koning z’n gezanten op hun zwarte paarden erop af en die sloegen met veel geweld op de mensen in. “Deze tegenkrachten moeten we in de kiem smoren”, dacht de Koning. 

 

Florian was één van deze mensen. Al bij het mislukken van de eerste oogst wendde hij zich niet tot de koning, maar tot de zon. “Wat scheelt eraan, zon? Waarom willen de gewassen op de velden niet groeien?” Hij liep door de bossen en keek met liefde naar de wilde planten en de bloemen. Wat is er mis?

En omdat hij oprecht zocht naar antwoorden, besloot niet alleen de zon, maar ook de aarde hem te vertrouwen. “Florian, dit gaat zo niet langer” fluisterde moeder aarde. En de wind streelde voorzichtig zijn schouders. “Dit kan zo niet langer, Florian” en er viel een zonnestraal op zijn gezicht. 

 

“Wij kunnen zonder jullie verder. Maar jullie kunnen niet verder zonder ons. De planten zijn jullie voedsel. En de dieren jullie gezelschap. Het water verfrist en verzorgt jullie lichamen. En de lucht vervult je met zuurstof. Maar wat doen jullie? Jullie doden de dieren. En jullie vervuilen het water, de grond en de lucht. Zodat de planten hun vitaliteit verliezen en het water haar reinigende kracht. En de lucht die jullie ademen wordt dikker en zwaarder. Maar bovenal geven jullie de verantwoordelijkheid voor jullie leven en dat van de planeet uit handen”.

 

“Mmh, ja” sprak Florian, “dat eerste herken ik. Ik maak me al jaren zorgen over de aarde. Maar hoezo geven we de verantwoordelijkheid uit handen? Dat begrijp ik niet?” De zon glimlachte en de aarde grinnikte: “dat klopt, dat valt ook niet mee om te zien, Florian” 

 

En geduldig legde de zon uit: “Kijk eens naar jullie wereld: jullie leggen de verantwoording voor het oplossen van problemen altijd buiten jezelf. In plaats van in beweging te komen, wachten jullie af wat de Koning en de raad van Counsel bedenken en welke maatregelen zij afkondigen. Jullie brengen die maatregelen in praktijk en geloven dat jullie het goede doen, omdat je gehoorzaamt. Nu al duizenden jaren lang. Dat is jullie niet echt kwalijk te nemen hoor, omdat je al zolang vastzit in dit systeem van afwachten, sturing, dwang en controle”.

 

Florian keek bedenkelijk, maar de zon ging verder.
“Kijk eens wat het jullie heeft gebracht? Er is nog altijd honger, geweld en onderdrukking op deze planeet. Er is iedere keer weer oorlog en strijd. De oplossing ligt echt niet buiten jullie, bij de Koning en de Raad, maar ín jullie. Als jullie maar gehoor geven aan de oproep vanuit je hart, want dat verwarm ik met mijn eigen krachtige stralen.” 

 

Het bleef even stil. Zo had Florian nog niet eerder naar de wereld gekeken. “Maar de Koning en de Counsel hebben toch het beste met ons voor? Ik kan en wil niet geloven dat dat niet zo is”. Florian stampvoette verontwaardigd op de grond. “Je zit me in de maling te nemen, zon! De Koning is aardig, vriendelijk en serieus”.

 

“Ja”, zuchtte de wind, die zich meldde met een rimpeling over het water. “Dat lijkt zeker zo, aan de buitenkant. Maar wat je niet goed beseft Florian, is dat in de achtertuinen van het paleis van de Koning al eeuwenlang een draak woont, die leeft van hebzucht, angst en controle. Dat is de onaangename werkelijkheid die je niet wilt zien." En de wind viel stil. 

 

Het water van het beekje waarin Florian z’n voeten had gedompeld ging verder: “Het is de Koning en de Counsel, die rijker en rijker worden. En steeds meer macht en controle naar zich toetrekken. En het zijn de gewone mensen en de aarde die hieronder lijden. Zolang macht, controle en hebzucht regeren, zal de situatie niet veranderen. Jullie leven in de illusie dat je inspraak hebt, omdat er af en toe weer nieuwe leden tot de raad van Counsel toetreden en anderen weer verdwijnen, toch? Maar jullie zien niet wie er naar voren worden geschoven.  Daar heb je niets over te zeggen. En je denkt toch niet echt dat de Koning en de draak iets van hun macht uit handen willen geven?"

 

“Hihihi”, de Lelietjes van Dalen die vlakbij Florian prachtig stonden te bloeien moesten er warempel om lachen. “Oh sorry” en ze sloten snel hun bloemetjes toen de zon even flitste. “We mogen er eigenlijk niet om lachen” klonk een vriendelijke stem naast Florian, “maar we zijn het merendeel van de tijd zo verbaasd dat jullie mensen nog steeds niets in de gaten hebben”. Aan de oever van het beekje, In het gras naast Florian, was er een klein elfje verschenen dat hem met een glimlach aankeek. 

 

“Ik val van de ene verbazing in de andere” mompelde Florian. “Nee, dit heb ik nog nooit zo bekeken. Ik dacht dat we het redelijk voor elkaar hadden. In ieder geval in ons stuk van de wereld”. 

 

“Dat is een deel van de illusie waarin jullie leven” vervolgde het Elfje. “Maar besef je hoeveel mensen er bij jullie alleen zijn? In eenzaamheid en wanhoop? In grote delen van de wereld met minder voedsel, is de saamhorigheid en de zorg voor elkaar vele malen groter. Bij jullie overheerst de rationaliteit en niet het gevoel of de liefde. Met daarbij nog eens de overtuiging dat jullie het beter doen dan de rest...” zuchtte het Elfje.

 

“Nou, nou, zo kan ’ie wel weer” sprak Florian. Het deed hem pijn dit allemaal te horen. 

“Dit wordt steeds complexer. En de situatie wordt er ook niet makkelijker op”.  

 

Hij keek het Elfje aan. “Wat als er weer een jaar zonder oogst is? De mensen zijn bang en bezorgd”. “Klopt”, sprak het Elfje.
“En dat is de ook de bedoeling van de draak. Deze lééft immers van duistere gevoelens! Al zou er maar één dag zijn waarop alle mensen zouden glimlachen naar elkaar en hun zorgen en angsten zouden vergeten, dan zou de draak al verschrompelen. Dan is er te weinig duister om van te leven. Dan verliest de draak zijn grip op de Koning en dan verliest de Koning zijn gezag. Want zonder angst is er geen controle en geen macht”.

 

“Dat is wat er nu eigenlijk ook al op de achtergrond gaande is, maar het gaat niet zonder slag of stoot.” Florian keek opzij en zag een grote witte zwaan die vlak naast hem was geland en ijverig zijn vleugels uitschudde in het gras. Tevreden ging hij rustig naast Florian en het elfje zitten. Het elfje huppelde naar de zwaan en klom behendig op z’n rug. “Hé je bent er weer“ en glimlachend streelde het Elfje de hals van de prachtige witte zwaan. 
 

“Steeds meer mensen bevrijden zich van hun angsten” vervolgde de grote witte zwaan. “Ze luisteren meer en meer naar hun hart en zetten nieuwe stappen. Mensen verbinden zich en samen hebben ze al talloze nieuwe velden ingezaaid. De eerste prachtige gezonde planten groeien en ze vervullen de mensen met vreugde. De grond herstelt zich razendsnel, want de handen van de mensen brengen zegen, heling en verlichting. De aarde is blij met iedere liefdevolle aanraking”.  

 

“Reken maar dat die planten de lucht in schieten” vulde het Elfje vrolijk aan. “Er gaat dan een zucht van opluchting over de aarde. Dat is voor ons iedere keer zo mooi om te zien”. Dat is waar”, sprak de witte zwaan, “het is iets wat veel mensen zich nog altijd niet beseffen: Dat hun eigen liefdevolle kracht wonderen mogelijk maakt”. 

 

“Maar hoe doen ze dat?” vroeg Florian met grote ogen. “Niemand mag z’n huis uit. We krijgen flinke boetes en sommige mensen zijn zelfs al gevangen gezet. Niemand mag zich verroeren omdat we anders te veel energie verbruiken!” 

“Klopt, dat is het verhaal van de angst die regeert. Dit is wat de Koning en z’n Counsel jullie keer op keer voorschotelen en waarmee ze jullie in de greep houden. De verandering heeft tijd nodig. Maar het is onafwendbaar. Want angst is een slechte raadgever. Dat zullen steeds meer mensen gaan beseffen. En gelukkig laten steeds minder mensen zich beperken door deze angst. Ze blijven niet langer binnen maar protesteren in de straten. Het is niet meer te keren. Hoewel de Koning jullie anders wil doen geloven”. 

 

De witte zwaan boog z’n snavel iets dichter naar Florian toe: “Maar bovenal nemen de mensen initiatief en komen in actie om de aarde te beschermen. Is het je niet opgevallen dat er steeds meer buurtmoestuinen ontstaan? Dat mensen samen aan de slag gaan? Oplossingen verzinnen? Restricties of niet? Dat is de kern van de nieuwe beweging. En dat is wat ons vreugdevol stemt, als de mensen zelf het heft in handen nemen“.

 

Het kleine elfje begon opgetogen te vertellen: “Nee, de toekomst is niet aan de Koning of aan de Counsel. De toekomst is aan júllie, de mensen! En geloof me, als jullie je openen voor de wijsheid van je hart kan er niets fout gaan. Want in je hart zetelt de zon, de liefde. Keer je af van het geschreeuw van de gezanten en de dreigementen van de Koning. Vind de stilte en luister naar de fluisteringen van je hart. Verzamel moed om de stappen te zetten die jij zelf nodig acht”. 

Het elfje werd een beetje ernstiger: “Dat zal niet altijd eenvoudig zijn hoor, en je zult tegenwerking ondervinden. Je zult soms moeilijke beslissingen moeten nemen. Want natuurlijk geeft de draak zich niet één, twee, drie gewonnen. Maar de tijd van de koning met zijn Counsel en gezanten is voorbij. De draak met z’n ketenen van angst, gehoorzaamheid en controle raakt ondervoed. Zijn levenskracht verdampt. Het duurt niet lang meer of ze bestaan allemaal alleen nog maar in donkere sprookjes uit lang vervlogen tijden….”.

 

De wind streelde het gezicht van Florian en hij keek verwonderd om zich heen: waar waren de witte zwaan en het elfje gebleven? Was hij weggedommeld? Had hij geslapen?
Hij was uitgerust. En eigenlijk ook blij en vastbesloten. Vandaag zou hij Eefje vragen of ze mee wilde helpen met zijn plan. Hij droomde er al jaren van om met een aantal vrienden de oude vervallen fabriek te gaan bewonen. En om dan de binnenplaats om te toveren tot een bloeiende oase met wilde planten en bloemen. Dat zou geweldig zijn. Samen zouden ze muziek maken en dansen tot het ochtendgloren.

 

Had hij niet al veel te lang geaarzeld? Ja, hij had al te lang geaarzeld. Hij sprong op. Hij zou zich niet meer door de koning en de angst laten regeren. Na alle protesten was het nu tijd om iets tastbaars te gaan doen. En niks kon hem er meer van afhouden. 

Terwijl hij glimlachend naar huis banjerde zag hij een prachtige grote witte zwaan voorbijvliegen. Er zat een klein stipte op z’n witte rug. Zou het dan toch….? Hij schudde grinnikend zijn hoofd. 

 

Op dat moment keerde de zwaan om en vloog met rustige vleugelslag in een cirkel, hoog over Florian heen. Florian stond stil en staarde naar boven.

“Dag zwaan, ik begrijp het en ik zal je nooit vergeten”, fluisterde Florian. Een traan van ontroering rolde over zijn wangen. De zon en de aarde glimlachten. Maar dat had Florian niet in de gaten, terwijl hij op z’n brommertje sprong en in sneltreinvaart naar Eefje toereed.  

 

 

Sprookjes voor mooie avonden 
Ingrid Brulez, 2021

 

 

 

 

 

 

Lyvonne
Wat heb je de huidige situatie prachtig en liefdevol weergegeven. Dankjewel Ingrid.
Marjon
Lieve Ingrid,
Wat een prachtig sprookje! ❤️

Anneke
geweldig helemaal zoals het nu is

1000 Resterende tekens


Op de hoogte blijven

Meld je aan voor onze nieuwsbrief. Zo ben je altijd op de hoogte van interessante workshops of lezingen en krijg je regelmatig tips over gezondheid en vitaliteit. Je kunt je op ieder moment weer afmelden.
Bekijk de laatste nieuwsbrief >